De metafoor van het hoge en het lage

Nog primitiever is echter de tegenstelling hoog-laag, waarbij vaak hoog positief en laag negatief gewaardeerd wordt. Denk aan je omhoog werken en aan lager wal raken. Die dualiteit lijkt universeel te zijn en komt overal voor. Wie macht wil uitstralen, plaatst de troon op een verhoging. Wie het offer wil benadrukken, zet het altaar op een verhoging. Wie militaire kracht en soevereiniteit wil laten zien, neemt de hoogste plek in, en in diverse oude teksten zijn torens het symbool van macht en autoriteit. Zichtbaarheid is bij dit alles een cruciaal aspect.
Verwant is de dualiteit van hemel en hel, van de vergankelijke aarde en het eeuwige luchtrijk, en, in zekere zin, van de Indo-Europese Hemelvader en Moeder Aarde. De mystiek en het sjamanisme zijn dan ook meestal 'naar boven' gericht. Het punt is dat de mens de algemene neiging toont op dit punt onder andere dualistisch te denken. Dat wil niet zeggen dat alle voorstellingen van de hemel als goddelijk en eeuwig dezelfde religieuze oorsprong hebben, maar dat zij ontspruiten aan een denkwijze die eigen is aan de mens.
Dat er in de voorstelling van veel mensen en oude culturen een band zou bestaan tussen de mindere aarde en de hogere hemel, wordt gesuggereerd door het geloof in een soort brug. Die kan permanent zijn, maar ook tijdelijk, bewerkstelligt door een sjamaan. Die brug staat bekend als de axis mundi, 'wereldas'. Voorbeelden zijn de Noordse Yggdrasil, Olympus en de ladder van Jakob, maar ook de magische touwen van Indiase tovenaars en Siberische sjamanen, die tevens in bomen moeten klimmen om dichter bij 'het goddelijke' te komen. Godsdiensthistoricus Mircea Eliade besteedde daar veel aandacht aan (o.a. The Two and the One, The Myth of the Eternal Return). Heilige bergen, die overal op aarde bestaan, vervullen de rol van wereldas, maar bevestigen ook de metafoor van de positieve hoogte. Dat geldt eveneens voor Mesopotamische ziggoerats en christelijke kathedralen. Het zijn pogingen het contact met 'het hogere' te bewerkstelligen en te onderhouden.
Hooggelegen plaatsen zijn lastig te beklimmen. Je moet er moeite voor doen, net als dat een kasteel op een heuveltop moeilijk te veroveren is. Hoogtes zijn bovendien schaars. Laaggelegen grond is overal; plaatsen waar iedereen bij kan zijn er in overvloed. Bovendien biedt de hooggelegen plaats veiligheid tegen rovers of roofdieren, en je kunt er op de wereld neerkijken. Het hebben van overzicht is dan ook een essentieel onderdeel van invloed hebben. Het hoogste punt is letterlijk en figuurlijk moeilijk te bereiken. Als je er geraakt, dan sta je... eenzaam aan de top, en dat beeld zegt alweer voldoende.
Reacties
Een reactie posten