Mulisch en Márquez: van woorden naar beelden


Je hebt woorden, en je hebt woorden. Soms zegt een woord meer dan duizend woorden. 

Neem nu de puntige metafoor aan het begin van De elementen van Harry Mulisch (1988). Hij schrijft: 
'Ambtenaren zijn eeuwig: een ambtenaar van nu verschilt in niets van een ambtenaar in Knossós, vierduizend jaar geleden. Of stuit het je tegen de borst, zo'n verstofte droogbloem te zijn in het boeket van de macht?'
Zo'n verstofte droogbloem zou in een nationaal epos van vijfhonderd pagina's bijvoorbeeld het volgende kunnen schrijven:
'Melquíades vond de dood maar niets en keerde verarmd en verstoten terug naar de levenden.'
Die karigheid is echter niet besteed aan Gabriel García Márquez. In zijn Honderd jaar eenzaamheid (1967), het monument van het magisch realisme, spint hij de propositie uit tot deze poëtische passage:
'Hij [Melquíades] was inderdaad dood geweest, maar was teruggekeerd omdat hij de eenzaamheid niet kon verdragen. Verstoten door zijn stam [zigeuners], van alle bovennatuurlijke vermogens beroofd als straf voor zijn trouw aan het leven, had hij besloten een toevlucht te zoeken in dat hoekje van de wereld dat door de dood nog niet ontdekt was.'

Woorden omsmeden tot beelden, dat is de kunst.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lawrence Principe, 'The Secrets of Alchemy': review

Het Midden-Oosten ontdekken: van een Vlaams muziekfestival tot de 12e-eeuwse al-Sohrawardi