De pragmatiek en functionaliteit van het masker


'Masquerades disclose the reality of souls. As long as no one sees who we are, we can tell the most intimate details of our life.'  -  Fernando Pessoa, prozastukken, postuum uitgegeven.

Maskers hebben een lange geschiedenis in kunst, religie en sociale activiteiten, en komen overal voor in een grote verscheidenheid van vormen, kleuren en maten. Wat ze gemeen hebben, is dat ze tegelijk verhullen en onthullen, en wel op basis van mimesis. Hoe eenvoudig een masker ook is, er is sprake van een gelijkenis. Dat is essentieel. Zo is een doos op het hoofd zetten slechts bedekking, geen maskering. Tegelijkertijd moet er verschil zijn. De mimesis moet niet volledig zijn. De mens zet geen masker op dat identiek is aan zijn eigen gezicht. Zoiets zou heel bevreemdend zijn.

Dit is met andere woorden de pragmatiek van het masker. We accepteren dat het iets of iemand voorstelt, en nemen aan dat dat iets of die iemand niet de drager zelf is. Een masker verwijst dus, en heeft zodoende een betekenis. Door het te dragen, wordt betekenis toegevoegd aan de drager. Tevens draagt iemand het masker op een bepaalde tijd en plaats, zoals bij de opvoering van een Griekse tragedie of een religieuze dans in West-Afrika. Het gebruik van het masker is daarmee sociaal beregeld, en dient een bepaald doel.

Het masker is primair een spel van identiteit. Het verhult de identiteit van de drager, maar onthult daarmee een nieuwe. De nieuwe identiteit kan een vorm zijn van symbiose. De drager meent dan te versmelten met de entiteit waarnaar het masker verwijst. Bij bepaalde inwijdingsriten gaat het verwekken van een trance en bezetenheid van een demon bijvoorbeeld gepaard met het dragen van een masker.

Het kan ook zijn dat een entiteit wordt aangeroepen, in het leven wordt geroepen. Zo zijn er culturen waarin maskers de voorouders vertegenwoordigen en dichterbij brengen. Enerzijds is het masker dan een medium tot het oproepen van geesten, anderzijds een vorm van tegenwoordigstelling waarbij de oorspronkelijke identiteit van de drager (deels) tijdelijk wordt opgeheven. Een deel van de functionaliteit van het masker is met andere woorden het overwinnen van ruimte en tijd. Het masker is een scharnier tussen hier en ginder, heden en verleden. Het masker brengt dichterbij.

Het kan echter ook duidelijk om fictie gaan, zoals bij een toneelstuk. De acteur met het masker van Dionysus ís niet Dionysus, roept hem ook niet aan, versmelt er niet mee, maar representeert hem in een duidelijke rol binnen een duidelijk afgebakend geheel. De afspraak is daarbij dat de toeschouwers voor het ogenblik hun werkelijkheidsoordeel uitstellen om te genieten van een fictie, wat bij onder meer een inwijdingsritueel niet het geval is. Anders is het als bijvoorbeeld Lodewijk XIV, de Zonnekoning, tijdens een gemaskerd bal het masker van Apollo de zonnegod opzet. De relatie is hier symbolisch. Zoiets geldt ook voor slechte, gemaskerde personages in verhalen en films. Het masker schept afstand en toont op symbolische wijze het verlies van openheid, eerlijkheid, engagement, sympathie en toegankelijkheid.

Het carnaval illustreert nog een functie van het masker. Bij dit feest is onder andere sprake van beregelde identiteitswisseling, schijnbaar bedrog. Het doel was de wereld tijdelijk op zijn kop te zetten. Dit roept de vraag op of imitator zot eigenlijk zot is, of dat de geïmiteerde dat is, of dat de normale wereld belachelijk rigide en serieus is. Of misschien kan de persoon wel pas oprecht doen dankzij het masker. Hoe dan ook wordt middels een masker het dagelijkse leven doorbroken. Het masker nodigt uit tot niet-dagelijks gedrag. Dit kan alleen als maskers slechts beperkt gedragen mogen worden, een stukje pragmatiek.

De betekenis en intrinsieke waarde van het masker hangt dus van de situatie af. Daarmee verschilt de pragmatiek van het masker in zijn details ook van plaats tot plaats en moment tot moment, zoals ook niet alle taalhandelingen in elke sociale situatie geoorloofd zijn en hun betekenis er deels aan ontlenen.

Tekening uit de Trois Frères-grot, Zuid-Frankrijk. Het lijkt om een man te gaan die verkleed is als dier. Soortgelijke afbeeldingen zijn meer gevonden. Het is gespeculeerd dat de afbeelding verband houdt met magische riten. Ook zou het om een godheid kunnen gaan.[1] De tekeningen maken deel uit van de Europese Magdalénien-cultuur, tussen 17,000 en 12,000 v.Chr.

[1] Varagnac, A. ‘The Problem of Prehistoric Religions.’ In Larousse World Mythology. Geëditeerd door P. Grimal. London: Hamlyn, 1965, p. 22.


[Eerste foto: stenen masker, ca. 9000 jaar oud, Israël. Het behoort tot de oudste maskers op aarde. Bron: Dailymail.co.uk.]

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lawrence Principe, 'The Secrets of Alchemy': review

Mulisch en Márquez: van woorden naar beelden

Het Midden-Oosten ontdekken: van een Vlaams muziekfestival tot de 12e-eeuwse al-Sohrawardi